Arie Jongejan heeft onlangs zijn bestuursfunctie bij ROS Proscoop overgedragen. Als actief lid van het team Public Affairs zette hij zich in voor het ROS-netwerk en voerde talloze gesprekken met landelijke partijen over zorg, gezondheid en de noodzakelijke transitie in de zorg. Wat adviseert hij zorgverleners en beleidsmakers?
"Je ziet nu dat mensen veel een beroep doen op de gezondheidszorg met klachten die geen of andere somatische zorg behoeven," zegt Arie Jongejan. "Dat moet en kan anders."
Veertig jaar geleden begon Arie als maatschappelijk werker in Nijkerk, waar hij samenwerkte met o.a. huisartsen, fysiotherapeuten, wijkverpleging, de sociale dienst en de woningcorporatie. In het sociaal café, zoals dat in de jaren tachtig heette, kwamen alle disciplines regelmatig samen voor overleg. Toen al besefte men hoe belangrijk samenwerking op lokaal niveau was. Ook met partners buiten de zorg, zoals werkgevers. Het zorgaanbod en de zorgsector is enorm gegroeid. We lopen inmiddels tegen heel veel grenzen aan. “We moeten terug naar de menselijke maat. Niet terug naar vroeger. Maar veel wat toen al de praktijk was wordt nu weer nagestreefd met de ‘Visie Eerstelijnszorg 2030’. Gelukkig met meer (technische) mogelijkheden van deze tijd”.
Individu in zijn sociale context
Arie’s loopbaan werd gekleurd in het besef dat het gaat om het individu in zijn sociale context. Hij benadrukt het belang van in een vroeg stadium zoeken naar de oorzaak en context van klachten. "Met een eigen sociaal netwerk en wanneer nodig professionele hulp, die de persoon goed kunnen opvangen, kun je veel (dure) medische zorg buiten de deur houden," zegt Arie. "Dan beseft die persoon dat hij of zij zelf ook een rol heeft in zijn of haar gezondheid." Maar met nadruk zegt hij ook “Het is niet alleen een individuele verantwoordelijkheid. De woon- en leefomgeving draagt flink bij aan (on)gezond leven. Dat vraagt ook om politieke visie en oplossingen.”
Arie vindt dat zorgverleners en beleidsmakers meer moeten inzien dat zorg verlenen niet altijd nodig is. "Het klinkt vreemd, want dat is juist wat je hebt geleerd te doen. Maar het gaat erom iemand handvatten te geven zodat hij of zij het zelf kan doen. Veel problemen kunnen niet door de zorg worden opgelost. Denk aan buikpijn door financiële problemen. Meerdere factoren, zoals werk en relaties, beïnvloeden je gezondheid."
Bij gezondheid denken mensen vaak aan de afwezigheid van lichamelijke klachten. En bij lichamelijke klachten wordt vooral gezocht naar een somatische/ medische oplossing. "Tijdens mijn afstuderen en werk in het sociaal domein onderzocht ik hoe mensen over hun problemen praten. Ze gebruikten termen als ‘Ik heb er buikpijn van’ of ‘ik ga eronder gebukt’. Dit taalgebruik al komt in de presentatie van lichamelijke klachten ook naar voren. Voor hulpverleners in zorg- en welzijn kan dit een haakje zijn om door te vragen naar de achterliggende oorzaak van de aanhoudende lichamelijk klacht."
Realistische verwachtingen van zorg
Arie benadrukt dat beleidsmakers de samenleving realistischer moeten informeren over wat de gezondheidszorg kan en niet kan doen. "De boodschap moet niet zijn dat het slechter, minder toegankelijk en duurder wordt. Er is veel scheefgegroeid in de zorg; ‘Wat je betaald daar krijg je veel van’, dat moet bijgetrokken worden door bijvoorbeeld veel meer te richten op bekostiging van de populatie op regionaal niveau. Ook vanuit mijn rol als toezichthouder bij de gezondheidscentra in Nijkerk heb ik gezien dat dat veel kan opleveren, in ervaren kwaliteit, werkplezier en kosten. Het moet anders en het kan anders. Doen we dat niet, dan zijn de meest kwetsbaren de dupe.”
“Een mooi initiatief vind ik ‘Praat vandaag over morgen’. Een publieksaanpak om heel Nederland te betrekken bij de toekomst van de ouderenzorg. Met elkaar in gesprek gaan over wat je voor elkaar kunt doen als er later zorg nodig is, of het huis waar je nu woont nog bij je past en hoe je fit blijft.”
ROS’en en de zorgtransitie
De afgelopen twintig jaar was Arie mede-initiatiefnemer van de ROS Carans en Scoop, later Proscoop, die een werkgebied van 2,4 miljoen inwoners in vier provincies in Noordoost-Nederland beslaat. "De ROS’en in Nederland kunnen de ontwikkeling naar een andere manier van werken goed begeleiden. Ze kennen de partijen die relevant zijn voor de transitie en kunnen helpen bij de doorontwikkeling van Regionale Huisartsen Organisaties naar meer eerstelijnssamenwerkingsverbanden. Ze zijn een onafhankelijke speler, geen zorgaanbieder of zorginkoper, en kennen de eerstelijnszorg en de regionale context goed."
Met inbreng van de ROS’en zijn de regiobeelden en regioplannen opgesteld. Die lokaal en regionaal moeten worden uitgewerkt, samen met zorgaanbieder uit verschillende domeinen, zorginkopers (zorgverzekeraars en gemeenten) en met betrokkenheid van de inwoners om wie het gaat. Arie zegt: “Als mede-initiatiefnemer van de wijk Holkerbeek in Nijkerk heb ik 9 jaar geleden ervaren en geleerd dat je dan tot echt andere keuzes komt. Het was voor ons als toekomstige bewoners geen ‘bouwproject’ maar een ‘woonproject’. We hebben 20 duurzame woningen, voor verschillende leeftijdsgroepen laten bouwen, zonder gas. Niet omdat het moest maar omdat het onze wens was. Bleek toen ook heel innoverend voor de andere partners in de bouwketen.”
In de uitwerking van de regioplannen komen veelal dezelfde inhoudelijke (zorg)thema’s naar voren In alle regio’s wordt terecht ook gewezen op het belang van randvoorwaardelijke aspecten zoals: databeschikbaarheid, kennis van de populatie, arbeid, innovatie en samenwerkings- en transitie vraagstukken.
"Regionaal werken veel ROS’en daarom al samen met RSO’s, GGD ’en en regionale werkgeversorganisaties van zorg en welzijn. Vanuit het ROS-netwerk hebben we ook landelijke gesprekken met RSO Nederland, GGD GHOR en RegioPlus; het landelijk samenwerkingsverband van werkgeversorganisaties. Het blijkt dat het goed is om dit ook op landelijk niveau met VWS te bespreken en aanspreekbaar te zijn."
Als lid van het team Public Affairs onderhield Arie contacten met landelijke stakeholders (o.a. VWS, Zorgverzekeraars, ZN, NZa, Nivel, GGD'en, InEen, beroepsorganisaties eerste lijn, gemeenten).
In november neemt Arie afscheid van Proscoop en het ROS-netwerk. Op de vraag wat hij nu gaat doen, lacht hij: "Ik blijf actief in gezondheid, zorg en duurzaamheid, maar in andere rollen die passen bij deze fase van mijn leven. Ons vierde kleinkind is net geboren. Ik wil samen mijn vrouw genieten van onze kleinkinderen, meer vrije tijd en meer sporten. Ik liep al meerdere keren een halve marathon; misschien loop ik nog de marathon in Rotterdam."
Foto Ivo Hutten
Vragen?
Heeft u een vraag aan het ROS-netwerk? Neem contact op met Patrick Ernst van Public Affairs.